Speerpunt 3 - Het water­schap is uiterlijk 2030 klimaat­neu­traal


en circulair. Een leefbare planeet begint hier.

Speerpunt 3 - Het waterschap is uiterlijk 2030 klimaatneutraal en circulair.
Een leefbare planeet begint hier.

Het aantal crises stapelt zich op. Er zijn onder meer een klimaatcrisis, energiecrisis, grondstoffencrisis, biodiversiteitscrisis en stikstofcrisis. Het antwoord op deze grote uitdagingen ligt evenwel voor het oprapen. We moeten zo snel mogelijk overschakelen naar een wereld waar er nog nauwelijks CO2-uitstoot is en waarin afval niet bestaat.

Klimaatverandering is dodelijk voor dier en mens. Door opwarming van de aarde sterven diersoorten massaal uit, slaan mensen door droogte of overstromingen op de vlucht en worden grote gebieden van onze blauwe planeet onleefbaar. Het waterschap moet bijdragen aan de oplossing door uiterlijk 2030 klimaatneutraal te zijn. Dit betekent dat het waterschap over zeven jaar niet meer CO2 uitstoot dan dat het compenseert met het opwekken van hernieuwbare energie, bijvoorbeeld uit zon, wind en warmte uit (afval)water. Voor ons is dit jaartal dé stip aan de horizon om de opwarming van de aarde te begrenzen tot anderhalve graad boven pre-industrieel niveau.

De strijd tegen klimaatverandering gaat hand in hand met het terugdringen van grondstoffenverbruik, zo ook in het waterschap. Er zijn grote klimaatgevolgen door het gebruik van grondstoffen als metaalzouten en polymeren in de afwaterwaterzuivering, maar ook brandstoffenverbruik door transport drukt flink op de CO2-uitstoot van het waterschap. Afvalwaterzuivering staat voor ongeveer tweederde van de klimaatvoetafdruk van het waterschap, dus aanpassingen in het grondstoffenverbruik moeten zo snel mogelijk worden doorgevoerd.

Het waterschap onderschrijft de noodzaak tot actie tegen klimaatverandering en voor circulariteit, maar gaat véél te langzaam. Het huidige uitgangspunt is een klimaatneutraal en circulair waterschap in 2050, waardoor de anderhalvegraadsdoelstelling uit zicht raakt. We willen dat het waterschap de noodtoestand voor het klimaat uitroept, zoals de gemeente Rotterdam dat op voorspraak van onze partijgenoten in de Rotterdamse gemeenteraad twee jaar geleden al heeft gedaan.

Bij een noodtoestand horen onorthodoxe, radicale maatregelen. Het waterschap stelt zelf al over een aantal jaar evenveel energie op te wekken als dat het verbruikt, maar de grote klappers zitten zoals gesteld in de afvalwaterzuivering en buiten de eigen bedrijfsvoering. We roepen het waterschap op bij de afname van diensten en goederen van derden de CO2-prestatieladder zwaar te laten meewegen in inkoopprocessen, zoals aanbestedingen of met subsidieverstrekking. Daarnaast willen we dat het waterschap alleen bij bedrijven inkoopt die een volledig circulaire economie in 2030 nastreven.

Een mooi voorbeeld van de relatie tussen klimaat en grondstoffen is de verwerking van het slib (bagger). Al het aan ons ligt, koopt het waterschap alleen werkzaamheden in bij baggerbedrijven die emissieloos werken en geen reststromen veroorzaken. Een deel van het slib kan wordt gebruikt voor landophoging, een ander deel gaat naar een verbrandingsinstallatie waarmee duurzame energie wordt gewonnen.

Een belangrijke oorzaak van CO2-uitstoot is bodemdaling in de veenweidegebieden in het waterschap, als gevolg van een structureel lage waterstand om agrarische activiteiten mogelijk te maken. De uitstoot is het gevolg van zogenoemde veenoxidatie door drooglegging. Deze uitstoot wordt niet meegerekend in de klimaatvoetafdruk van het waterschap, maar ze zijn wél het gevolg van beslissingen die het waterschap neemt over de hoogte van de waterstand in gebieden met veenweiden. Wij willen een waterstand die hoger is dan wat nu gangbaar is, zodat deze niet alleen bijdraagt aan realisering van natte natuur maar óók CO2-uitstoot terugdringt door bodemdaling tegen te gaan.